Na jaren kon er weer eens een buitenlandse reis worden ondernomen door de Heemkundevereniging Horn. In de vroege ochtend van 7 juli verzamelden 62 leden zich op het Van Horneplein om deel te nemen aan de excursie naar België. Voordat de grens werd overgestoken stopte de bus te Gronsveld, waar in ‘De Grenedeer’ koffie en vlaai voor ons klaar bleek te staan. Aldus gesterkt durfden we het aan ons te laten rondleiden door de kilometerslange gangen van fort Eben-Emael, gelegen ten zuiden van Maastricht. Dit tussen 1932 en 1935 gebouwde verdedigingswerk, het grootste van België, was bedoeld om een eventuele aanval van het Duitse Rijk af te slaan, maar maakte dat uiteindelijk niet waar. Op 10 mei 1940 wisten Duitse Fallschirmjäger het geschut binnen een kwartier uit te schakelen door op een mijnenvrij voetbalveldje op het dak van het fort te landen, zoals de gids ons uitlegde.
De tachograaf van de buschauffeur registreerde heel wat grensoverschrijdende bewegingen, want de lunch vond in Nederland plaats bij ‘De Grenedeer’, terwijl het middagprogramma zich weer in België afspeelde. Er was gekozen voor een toeristische route door de Voerstreek en het Land van Herve, die nog wat pittoresker werd door een déviation, veroorzaakt door de kermis in Aubel. Gelukkig hadden we een zeer kundige chauffeur, die de bus over karresporen door struikgewas en geboomte wist te sturen, daarbij geholpen door 62 bijrijders.
Zo bereikten we de abdij van Val-Dieu, die in de dertiende eeuw werd gesticht door de cisterciënzers, en die nog altijd in bezit is van die orde. Monniken zijn er niet meer, maar in de zeventiende- en achttiende-eeuwse gebouwen hangt nog steeds de rustgevende sfeer van de zelfvoorzienende kloosterwereld van weleer, zonder elektriciteit, stromend water en smartphones. Een bezoek aan de brouwerij viel buiten ons programma, maar de producten ervan konden worden genoten tijdens de nabespreking op het terras op de binnenhof van de abdij.
Via het Zuid-Limburgse heuvellandschap reden we terug naar Horn. Een applausje was er voor de chauffeur van Ghielen, zonder wie we niet ver waren gekomen, en voor Adelin Remy, die het allemaal georganiseerd had.